Als je al kan spreken van de ware. Maar het lijkt erop dat ik de donor heb gevonden waar ik me goed bij voel! Ik heb mezelf nog wel een weekje bedenktijd toegesproken. Want meteen er maar induiken vind ik ook weer niets. Niet dat ik van gedachten zal veranderen.
Vanochtend heb ik hem ontmoet. Eerst een vriendin opgehaald, de auto naar de parkeergarage gereden en vervolgens naar het centraal station gelopen. Want we zouden elkaar ontmoeten op het centraal station. Ik was er gisteren al achter gekomen dat er geen cafeetje meer zat op het station. Beetje jammer want zoveel is er niet open op een maandagochtend. Maar toch nog twee mogelijkheden gevonden.
Daar zaten we dan. Op een muurtje. Te wachten want we waren natuurlijk veel te vroeg. Maar toen was het toch echt de afgesproken tijd aangebroken. Zijn trein zou nu toch echt aangekomen moeten zijn. Dus kijk nog maar een keer goed om me heen. En daar zie ik hem dan. Stoot nog even de vriendin aan en loop op hem af. Ik zie meteen al dat hij jonger is dan ik dacht. Maar hij ziet er precies zo uit als op de foto. Ik vertel hem dat we een stukje moeten lopen om bij het cafeetje aan te komen dat nu wel open is.
Ik voel me niet ongemakkelijk bij hem. Ik zag op tegen het stukje lopen. Namelijk een ideaal moment voor een hele lange stilte en je erg ongemakkelijk voelen. Maar ongemakkelijk voel ik me niet en ik krijg het voor elkaar om over koetjes en kalfjes te kletsen. Aangekomen bij het cafeetje bestellen we wat te drinken en verloopt het gesprek eigenlijk vanzelf. De stiltes die heel af en toe vallen zijn niet ongemakkelijk en juist even noodzakelijk om een slokje drinken te kunnen nemen. We vragen hem het hemd van het lijf, we bekijken foto's, en bespreken eigenlijk van alles en nog wat. Hij is erg open. En rustig. Het valt me op dat hij rustig is. Maar dat vind ik niet erg. Hij is niet verlegen maar gewoon rustig. Maar hij heeft dit ook al vaker gedaan. Misschien dat het daardoor komt. Maar hij laat de vragen gewoon over zich heen komen en geeft rustig antwoordt en gaat waar nodig dieper op de vragen in.
Oftewel een fijne ontmoeting. Heel anders dan de vorige ontmoeting met een potentiƫle donor. Het lijkt erop dat hij eerlijk is, eerlijk tot op het bot. Hij zegt waar het op staat en draait er niet om heen. Hij staat er nuchter in en zo komt hij ook over. Met de minuut die er verstrijk wordt ik er eigenlijk steeds meer zeker van. Hij is de ware. Voor zover je van de ware kan spreken. Hij is de donor waarmee ik in zee wil. Ik zal nog een paar dagen moeten wachten voor ik hem kan vertellen dat ik met hem in zee wil. Want ik heb mezelf wel voorgenomen om elke tijd denktijd in acht te nemen. Dat vind hij erg verstandig. En dat vind ik ook. Dus ik zal nog een paar dagen moeten wachten. Tot ik het hem kan zeggen. Nog een paar dagen. Tot ik er echt zeker van ben dat ik een donor heb! Of zal ik het nu alvast zeggen? Ik heb een donor...
1 opmerking:
Klinkt goed zeg!
Een reactie posten